De mythe van de kaars, het kussentje en de kalmte
Mediteren klinkt lekker, toch? Een zacht kussentje, een kaarsje erbij, misschien een klankschaal op de achtergrond. Even niks, denken we dan. Even zen. Maar de realiteit? Je zit. Je wiebelt. Je rug doet moeilijk. Je hoofd raast alsof het net een dubbele espresso op heeft. En dan zijn er pas zes minuten voorbij.
Ik had het eerder al over mindfulness, adem en actieve vormen van meditatie. Maar het meditatie-universum is groter dan dat – en soms ook confronterender. Daar wil ik nu eens wat dieper op ingaan. Want wie denkt dat meditatie altijd zacht en vredig voelt, komt vroeg of laat zichzelf tegen. Op een kussentje. In stilte. Zonder afleiding.
Van adem tot afzien
Er zijn talloze manieren om te mediteren. Ademhalen in de trein. Schrijven in stilte. Een bodyscan voor het slapen. Of gewoon even vijf minuten staren uit het raam zonder iets te hoeven.
En ja, soms is het zitten in stilte. Zoals bij Vipassana – dagenlang, zonder ontsnapping, alleen met wat zich aandient. Maar Vipassana is niet alleen acht dagen afzien in stilte. Het is ook een houding: een manier van kijken, van helder aanwezig zijn bij wat er is, zonder oordeel. Niet alleen door dagelijks op dat kussentje te gaan zitten, maar juist ook in het dagelijks leven – in de rij bij de supermarkt, op de fiets, midden in de chaos. Gewoon, in het ogenschijnlijke simpele.
En dan is er nog het andere uiterste: dansen, shaken, je lijf alles laten loslaten wat je hoofd nog probeert vast te houden. Denk aan Osho, of gewoon die avond dat je ineens voelde: ik bén die beat.
Wat al die vormen gemeen hebben? Ze brengen je naar het nu. Ze halen je uit het moeten. Ze zetten je stil. Of juist in beweging, op de goeie manier.
Meditatie is niet voor rustige mensen
Het idee dat je pas kunt mediteren als je hoofd stil is, is een hardnekkig misverstand. Meditatie ís juist de plek waar je leert omgaan met die chaos in je hoofd. Waarin je leert kijken, in plaats van fixen.
In yogafilosofie noemen we het svadhyaya – zelfstudie. Niet als in: analyseren tot je erbij neervalt. Maar als in: durven zitten met wat zich aandient. Ook als dat ongemak is. Of verveling. Of de neiging om alsnog even je telefoon te pakken (spoiler: die ligt dus niet naast je).
Je hoeft niet meteen in retraite (maar je mag wel)
Nee, je hoeft niet meteen dood te gaan op een kussentje. Je mag beginnen met drie bewuste ademhalingen. Of een wandeling in stilte. Of elke dag twee minuten niks.
Wat het ook is: meditatie gaat niet over perfect stil zijn. Het gaat over aanwezig zijn. Over durven kijken. Over jezelf niet de hele tijd bezighouden zodat je niks hoeft te voelen.
Kortom…
Mediteren is niet altijd chill.
Maar soms is dat precies wat het zo waardevol maakt.
En als je dan tóch een keer wil weten wat er gebeurt als je jezelf acht dagen nergens achter kunt verstoppen – dan ligt dat kussentje op je te wachten.
Maar voor nu: adem eens drie keer. En kijk wat er opkomt.
Relax, lach & blijf vooral genieten,
Sandy